We weten al dat het eten van vet voedsel slecht is voor onze lichamelijke gezondheid, maar een nieuwe studie laat zien dat het ook enkele negatieve gevolgen kan hebben voor onze geestelijke gezondheid. Het kan zelfs ons gedrag veranderen.

De studie, gepubliceerd in het tijdschrift Biological Psychiatry, suggereert dat de manier waarop een vetrijk dieet onze darmbacteriën verandert, mogelijk een effect heeft op onze hersenen, waardoor het risico op depressie toeneemt, naast andere geestelijke gezondheidsproblemen. Een gezond evenwicht van darmbacteriën (ook wel uw microbioom genoemd) is essentieel voor fysiologisch functioneren. Maar sommige onderzoeken hebben aangetoond dat veranderingen in het microbioom niet alleen tot spijsverteringsproblemen en gewichtsproblemen kunnen leiden, maar het kan ook onze hersenen beïnvloeden.



Om dieper in te gaan op dit idee, transplanteerden onderzoekers van de Louisiana State University darmbacteriën van muizen die een vetrijk dieet kregen in niet-obese muizen die een normaal dieet kregen. Na het ontvangen van de darmbacteriën veranderd door vet voedsel, toonden de muizen gedragsveranderingen zoals verhoogde angst, verminderd geheugen en repetitief gedrag. Ze hadden ook zichtbare tekenen van ontsteking in de hersenen - waarvan onderzoekers denken dat ze hebben bijgedragen aan de gedragsveranderingen.

Er moet meer onderzoek worden gedaan om het waarom te achterhalen, maar tot dusverre is dit consistent met eerder onderzoek en biedt het nog sterker bewijs dat veranderingen in ons darmbiobiom echt de hersenfunctie kunnen beïnvloeden. Het laat ook zien dat potentieel gericht op het verbeteren van de darmgezondheid een meer natuurlijke manier zou kunnen zijn om neuropsychiatrische stoornissen zoals depressie en angst te behandelen.



Food as Medicine: Preventing and Treating the Most Common Diseases with Diet (Mei 2024).