Aspirine: een van onze oudste medicijnen In ongeveer 400 voor Christus beschreef Hippocrates (de vader van de geneeskunde) voor het eerst het gebruik van de schors van de wilg om hoofdpijn te verlichten en koorts te verminderen. Wilgenschors bevat salicylzuur, een nauwe chemische neef voor moderne aspirine. Twintig eeuwen later, in 1897, verbeterde de Duitse chemicus Felix Hoffman deze kruidenremedie door een derivaat, acetylsalicylzuur, te synthetiseren; zijn werkgever, Byer AG, noemde het nieuwe medicijn aspirine. Al snel werd aspirine, als pijnstiller, een van 's werelds meest succesvolle medicijnen. De cardiovasculaire voordelen van aspirine werden pas in de jaren zestig beschreven, toen de Britse wetenschapper Sir John Vance vaststelde hoe aspirine hartaanvallen kan voorkomen; hij ontving de Nobelprijs voor deze belangrijke ontdekking. Vandaag de dag nemen 50 miljoen Amerikanen elke dag een aspirine in de hoop hartaanvallen te voorkomen en de gezondheid van het hart te verbeteren. Hun bedoelingen zijn goed, maar voor veel aspirine-gerelateerde complicaties wissen potentiële voordelen. Een dagelijkse aspirine is niet voor iedereen. VIDEO: De 4 hartaanval-waarschuwingssignalen Hoe veroorzaakt aspirine hartaanvallen? Aspirine vermindert de neiging van bloed om te stollen door de "kleverigheid" van bloedplaatjes te verminderen. Omdat bijna alle hartaanvallen en vele beroertes worden veroorzaakt door de vorming van bloedstolsels in de bloedvaten, kan aspirine het voorkomen ervan verminderen. Het effect van aspirine op bloedplaatjes en bloedstolling treedt op bij een zeer lage dosis, veel minder dan die nodig is voor pijnverlichting. De typische dosering die wordt gebruikt bij hartpatiënten is eenmaal daags 81 mg (één baby-aspirine). De antistollingseffecten van aspirine duren gedurende de gehele levensduur van de bloedplaatjes, wat ongeveer een week is. Het effect verdwijnt alleen als nieuwe bloedplaatjes in het beenmerg worden vervaardigd.

  • Voorgeschiedenis van een hartaanval, coronaire arterie-stent of angioplastie of bypass-operatie
  • Bekende coronaire hartziekte (blokkades in de aderen van het hart)
  • Angina (pijn op de borst met inspanning of oefening)
  • Blokkades in andere slagaders van het lichaam (benen of nek)
  • Geschiedenis van bepaald type beroerte (ischemische beroerte)
  • Geschiedenis van voorbijgaande ischemische aanval (TIA of mini-beroerte)

Als u geen van deze aandoeningen heeft, gebruik dan geen aspirine totdat u dit met uw arts heeft besproken.

22 HACKS VOOR EEN PERFECTE HUID (Mei 2024).